Achtergrondinformatie ISTDP

ISTDP staat voor Intensive Shortterm Dynamic Therapy en werd in de jaren 60 vorige eeuw ontwikkeld door Habib Davanloo, in Nederland ook wel bekend als Davanlootherapie, of als KDP therapie, Kortdurende Dynamische Psychotherapie.  In die tijd zocht men opnieuw naar kortdurende psychodynamische behandelmethoden gericht op structurele veranderingen, in antwoord op  de langdurige psychoanalyse. Davanloo wilde op effectieve  wijze de psychoanalytische methode  verbeteren en inkorten door bij de patiënt weerstanden te helpen overwinnen en bijbehorende  angst te leren reguleren, zodat aan de kernproblematiek, de onderdrukte gevoelens gewerkt kan worden.

Aanvankelijk werd deze methodiek toegepast bij patiënten met karakterneurosen c q  peroonlijkheidsproblematiek, maar inmiddels is de techniek verder uitgebouwd en  effectief gebleken bij een breed spectrum van persoonlijkheidsstoornissen waarbij vooral gedacht moet worden aan persoonlijkheidsstoornissen met co- morbiditeit van As I problematiek (angststoornissen, eetstoornissen, depressie, lichte OCD stoornissen, somatisatie)

De theoretische basis van de behandeling is de psychoanalyse, de psychodynamische theorie, en de attachmenttheorie. De door Davanloo ontwikkelde technieken om in zo kort mogelijke tijd een onbewuste therapeutische alliantie te ontwikkelen, te mobiliseren en weerstanden effectief aan te pakken, de angst op een gezonde manier te reguleren en de zelfondermijning te neutrailseren, gelden als een belangrijke innovatie voor de vigerende therapeutische praktijk.

Effectiviteit ISTDP

Onderzoeksgegevens

Binnen PTC de Viersprong (thans landelijk centrum voor persoonlijkheidsproblematiek) is uitgebreid longitudinaal effectonderzoek gedaan naar de klinische en deeltijd klinische variant van de ISTDP met follow-up tot 10 jaar na behandeling (Cornelissen et.al).

Patiënten die met ISTDP-klinisch ( voorheen IKDP) werden behandeld hebben t.b.v. wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van deze behandeling aan het begin, aan het einde, een en twee jaar na hun behandelingeen een aantal vragenlijsten ingevuld

Middels deze vragenlijsten werd de vermindering van klachten en de verbetering in kwaliteit van leven tijdens de behandeling vastgesteld. Voor het vaststellen van de vermindering van de klachten is de Nederlandse vertaling van de Symptom Checklist 90 Revised (SCL-90) gebruikt. De verbetering van kwaliteit van leven is met behulp van de EuroQol-5D (EQ-5D) vastgesteld. De scores zijn gebaseerd op de jaren 2006, 2007 en 2008.

De SCL-90 scores nemen bij de IKDP af van 208 naar 148 (Figuur 1). De kwaliteit van leven op de EQ-5D neemt toe van 0,55 naar 0,72.* Deze effecten zijn groot tot zeer groot (Cohen's d: 1,13 resp. 0,73) en de verbeteringen zijn statistisch significant**.

*In de normale Nederlandse bevolking is de SCL-score gemiddeld 124 en de kwaliteit van leven gemiddeld 0,95.
**De ‘antennes’ op de staafdiagrammen geven de statistische meetfout aan: het ‘betrouwbaarheidsinterval’. In dit geval geven zij aan dat de veranderingen buiten dit betrouwbaarheidsinterval liggen: de verschillen zijn dus ‘statistisch significant’.

Na tien jaar is ook het effect op langere termijn onderzocht (follow-up termijn tien jaar) door alle patiënten die ooit met klinische ISTDP zijn behandeld te bevragen naar het resultaat na beëindiging. Hieruit bleek dat ex-ISTDP patiënten ook tien jaar na ontslag nog veel baat ondervonden van de behandeling en zelfs verder verbeterden vooral waar het hun beleving van het eigen dagelijkse functioneren betrof ( G.A.F., As V, DSM-IV) en de verdere vermindering van hun klachten en problemen ( SCL-90).

Uit de SCEPTRE studie (Study on Cost Effectiveness of Personality disorder Treatment, een multicenter study) onder achthonderd patiënten uit zes verschillende ggz-instellingen blijkt, dat bij patiënten met een afhankelijke, ontwijkende of obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis, het zogeheten C-cluster, de grootste effecten worden bereikt met kortdurende klinische psychotherapie onder andere de ISTDP.

Uit zowel de SCEPTRE studie als het eigen onderzoek van de Viersprong blijkt dat patiënten na de klinische behandeling veel minder een beroep doen op medische voorzieningen, veel minder vaak van een uitkering moeten leven, en ook veel minder ziekteverzuim vertonen. Cornelissen: ‘Mensen een paar maanden uit het arbeidsproces halen voor een intensieve klinische behandeling, levert uiteindelijk enorm veel op. Beleidsmakers en zorgverzekeraars zouden dit gegeven veel meer moeten oppikken.’

De aanwezigheid van co-morbide persoonlijkheidsstoornissen is één van de factoren waardoor de behandeling van depressie niet succesvol verloopt. ISTDP is bewezen effectief voor de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en depressieve stoornissen. In een review uit het voorjaar 2011 waarin 21 studies worden geëvalueerd, wordt geconcludeerd dat behandeleffecten groot zijn en dat uit follow up tot anderhalf jaar later, de effectwinst blijft bestaan. Hoewel meer onderzoek nodig is, kan vanuit de review geconcludeerd worden dat depressieve patiënten met cluster A/B en C persoonlijkheidsstoornissen goed reageren op behandeling met ISTDP . Deze behandeling heeft geen bijwerkingen, en er is voldoende onderzoek naar de kosteneffectiviteit van deze behandeling om het als eerste keuzebehandeling toe te voegen aan de richtlijnen voor behandeling bij co-morbiditeit van persoonlijkheidsstoornissen en depressie .

 

(The Efficacy of Short-Term Psychodynamic Psychotherapy for Depressive Disorders with Comorbid Personality Disorder Allan Abbass, Joel Town, and Ellen Driessen, psychiatry, spring 2011)
Bron; drs. Kees L.M.. Cornelissen SocD; Long Term Follow Up of Residential ISTDP with Patients Suffering from Personality Disorders (Ad Hoc Bulletin of the Dutch Society for Short-term Dynamic psychotherapy, vol. 18, nr. 3, pg-20-330)

 

Figuur 1; Symptom severity as measured by the SCL-90-R over the course of 10 years after discharge. FU = follow up.

Figuur 2; General functioning over the course of 10 years after discharge

Figure 3. Work, social security benefit and living together over the course of ten years after discharge

Table 1. Estimated means and standard deviations SCL-90 based on model

Handelen zoals we bewust willen

Uitgangspunt hierbij is dat ons handelen vaak door voor ons onbewuste motieven, ervaringen en verwachtingen bepaald wordt. Als ons begrip van deze onbewuste motieven en verwachtingen toeneemt, lukt het vaak beter om te handelen zoals we bewust willen. Deze onbekende motieven, belemmeringen en verwachtingen vinden hun oorsprong veelal in onze vroege (en/of latere) levenservaringen. De ervaringen in onze vroege jeugd zetten ons aan om gedrag, verwachtingen en overtuigingen te ontwikkelen die toen heel functioneel waren, maar dat vaak later in de volwassenheid niet meer zijn.

 

Een andere verwachting

 

Eénmaal Volwassen geworden verwachten wij als het ware dat de mensen in onze omgeving net zo zullen reageren als de belangrijkste volwassenen in onze jeugd. Vaak is dat niet het geval, en zo kan het in een therapie een grote opluchting zijn te ervaren dat de therapeut anders reageert dan we verwacht hadden, bv door niet boos te worden of te veroordelen, waar wij dat wel verwacht hadden.

Zo hebben we ook in onze jeugd geleerd dat bepaalde gevoelens, wensen of gedachten slecht of verboden zouden zijn. We leerden ze voor ons zelf weg te houden: ze werden ons onbewust, maar bleven wel een rol spelen in ons handelen en voelen. Uit deze verboden (vaak pijnlijke) gevoelens en herinneringen uit onze jeugd kunnen zich ook patronen vormen die ons denken en handelen gaan bepalen en de onbewuste bedoeling hebben om ons ervan te weerhouden om succes te hebben in ons dagelijks leven, om ons blij en gelukkig te mogen voelen, of om ons te mogen ontwikkelen overeenkomstig onze aanleg en capaciteiten.

 

Acceptatie door het ontwikkelen van eigen normen

 

Deze patronen kunnen zich vastzetten in onze persoonlijkheid, al dan niet bevorderd door onze eigen aanleg en ons aangeboren temperament. In de psychotherapie benoemen we deze patronen als disfunctionele overtuigingen over onszelf, de ander of de wereld om ons heen, of benoemen we deze als zelf-ondermijnend of zelf- saboterend gedrag

Als deze onbewuste gevoelens en de verboden verlangens en gevoelens bewust worden  blijken we ze later veelal wel of beter te kunnen accepteren doordat we eigen normen hebben ontwikkeld. Ze hoeven dan niet meer weggehouden te worden, hoeven ons gedrag dan niet meer ongewenst te beïnvloeden of worden eenvoudigweg vanaf dat moment wel toegestaan in plaats van verboden omdat we het er niet meer mee eens zijn.